Schouten

Het ambtelijk apparaat in de Overbetuwe kende, naast de ambtman, richter en dijkgraaf, een landschrijver die in dienst stond van het ambtsbestuur. Hij was gerichtsschrijver (friffier en notarisklerk) en dijkschrijver voor de Dijkstoel. Het ambtsb estuur had een eigen ambtsbode en de Dijkstoel een heemraadsbode, die later dijkschout wordt genoemd. Verder was er de schout, die waakte als een soort politieman over het gedrag van de ingezetenen, hij rekende misdadigers in en 'verbaliseerde' overtredingen.Wie niet betaalde, werd door de schout in de functie van deurwaarder uitverkocht ('gepeynd'). Daarnaast had de schout ook een bestuurlijke en zelfs waterstaatkundige taak in het schoutambt. Door het veel werk werden er ook hulpjes benoemd, de zogenaamde 'onderschouten'. In 1605 besloot het ambtsbestuur dat ieder schoutambt twee onderschouten kreeg tegen een jaarwedde van 25 gulden. De schouten en onderschouten werden benoemd door de Amptman van de Overbetuwe.

Schouten en onderschouten van Bemmel

naam	periode	bron
Henrick Kiespenninck	benoemd in 1624	pvb Valburg 302-fol 21
Gerrit Gerrits	onderschout 1662	pvb Bemmel 314 fol 156
Johan van de Pavort	genoemd in 1678	pvb Valburg 302-fol 21
Michiel Franssen van Eck	scholtus tot Bemmel 1699	Archief ambt en dijkstoel Overbetuwe - 1885
Willem Vermeer	schout van Bemmel 1678, 1677, 1684	pvb315 fol 246; Archief ambt en dijkstoel Overbetuwe - 2622, 3235, 3236
Heimerick Hendricks	onderschout	Over-Betuwe, geschiedenis van een polderland
Hendrik Sam	provisioneel onderschout 1785, 1786	Archief ambt en dijkstoel Overbetuwe - 217A
J.F. Dietz	scholtus tot Bemmel 1788	Archief ambt en dijkstoel Overbetuwe - 1454
G.E. Rudolph	schout van Bemmel, benoemd in 1798	Archief ambt en dijkstoel Overbetuwe - 214
Frans Ferens	onderschout van Bemmel, benoemd in 1799	Archief ambt en dijkstoel Overbetuwe - 215