Joannes Henricus Martinus Maria Poell

J.H.M.M. Poell, huisarts Bemmel 1902-1942

Joannes Henricus Martinus Maria Poell

Joannes Henricus Martinus Maria Poell werd geboren in Den Bosch op 15 juli 1877. Hij wilde graag oogarts worden, maar dat ging niet, omdat hij gedeeltelijk kleurenblind was. Daarom werd hij huisarts. Hij vestigde zich in 1902 in Bemmel, waar hij tot 1942 zijn praktijk had. Hoewel hij niets van doen heeft gehad met de oprichting van het St. Lidwina rusthuis, kwam hij daar uiteraard regelmatig zijn patiënten opzoeken. Dokter Stuyt, een chirurg, kwam regelmatig te paard vanuit Arnhem naar het rusthuis om noodzakelijke operaties uit te voeren.

In Bemmel ontmoette dokter Poell Anna Petronella Maria Rijssenbeek, met wie hij trouwde. Zij hielp haar man veel in de apotheek.

Dokter Poell had zijn patiënten niet alleen in Bemmel, maar ook in Angeren en Doornenburg. Hij kwam daar zo'n drie keer per week. Medicijnen werden nagezonden per Betuwsche Stoomtramweg Maatschappij. Thuis stonden de kinderen dan al klaar langs de trambaan met een vrij forse biezen mand, dat voorzien was van een vakkenindeling en gevuld met medicijnen.

Tijdens de mobilisatietijd in de Eerste Wereldoorlog waren er militairen in Fort Pannerden te Doornenburg gelegerd. De dokter ging daar dan heen op zijn fiets en hield daar "ziekenrapport".

Hij had steevast een goed advies aan de soldaten: "Als je lange inspannende marsen lopen moet, zorg er dan altijd voor, dat je een suikerklontje bij je hebt..."

In 1919 kocht dokter Poell een auto. Maar toen hij het chaufferen wilde leren bleek, dat hij daarvoor veel te onpraktisch was. In het Vossenhol probeerde hij de kunst onder de knie te krijgen maar dat experiment eindigde in de sloot. Daarom stelde hij een chauffeur / tuinman aan: de heer Kees Smits. Die was er altijd en ook als de dokter midden in de nacht naar een patiënt moest, was Kees Smits paraat.

In de oorlog stond Kees eens op de dokter te wachten, toen een paar Duitse soldaten hem dwongen naar "het fort" te rijden. Kees reed naar fort in Lent, maar daar aangekomen, bleek, dat ze naar Doornenburg moesten. Dus maar weer rijden. Daar moesten ze stoppen bij een wegversperring, net bij het huis van de familie Rijssenbeek. Mevrouw Rijssenbeek stond toevallig bij het hek. Verontwaardigd maakte zij de Duitsers duidelijk, dat ze een doktersauto te pakken hadden en dat dat geen pas gaf... Hoe de dokter thuisgekomen is, is niet bekend...

Bij dokter Poell werd tijdens de oorlog van tijd tot tijd een vergadering gehouden met Nijmeegse doktoren, die zich niet thuis voelden in de Duitse "Kulturkammer". Dan verschijnt plotseling de veldwachter, die, zeer tegen zijn zin, de dokter moet ophalen. De dokter was inmiddels achter een gordijn weggekropen en kon, toen de veldwachter binnen was, via de achterdeur ontkomen.

Toen hij merkte, dat dokter Poell weg was, wilde de veldwachter de nieuwe dokter meenemen. Die was aanwezig en wilde nog even toiletspullen pakken. Natuurlijk zocht hij die buiten.... De spreekkamer en de apotheek werden met latten dichtgetimmerd. De dokter liep met de fiets aan de hand naar Slijk-Ewijk waar hij met de pont werd overgezet en kwam zo bij zijn dochter in Ewijk, wat reeds bevrijd gebied was. Zijn vrouw was al enkele dagen eerder vertrokken.

Dokter Poell hield in 1942 op met de praktijk, die werd overgenomen door dokter Temmermann. Hij overleed op 12 november 1951 in Arnhem.